|
Waddenmetselbij
Osmia maritima |
Bijen zwart en zonder metaalglans |
Lengte: vr & m 10 - 12 mm |
foto © Krister Hall |
|
Lees meer
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Grafiek en kaartje naar T.M.J .Peeters et al.- |
Vrouwtje: scopa geheel zwart, middenveld propodeum glanzend - Clypeus afgeknot, in het midden iets ingebogen. Alleen tergiet 1 met donkere
haren. Lengte 10 - 12 mm. |
Mannetje: aan de onderzijde van de antenneleden een
heel fijne, verspreide en afstaande beharing; 6e sterniet met een bultachtige uitstulping; 2-7 tergiet bruinbehaard; lichaam verder grijsachtig behaard; middenveld propodeumglanzend; derde metatars aan de voorrand, iets voorbij
het midden met een knobbelachtig tandje en versmald aan de
basis. Lengte 10 - 12 mm. |
Vliegperiode: eind mei - begin juli. |
Habitat: kustduinen. |
Nesten: graven nest in de de grond. |
Bloembezoek
Gewone rolklaver, Duinroos, Muizenoorr, Duinroos, Rode klaver.(Peeters et al 2012, Westrich 2018). |
Voorkomen in Nederland: zeer zeldzaam op de Waddeneilanden. |
Koekoeksbijen: witgevlekte tubebij (Stelis omatula), maar vermoedelijk niet in Nederland. |
Samenvatting Peeters, T.M.J., Raemakers, I. P., Smit, Jan: Afgezien van een vangst bij Huisduinen in 1920, komt de waddenmetselbij alleen op de waddeneilanden voor. Ze is nog niet op Vlieland gevonden. De waddenmetselbij nestelt op duinhellingen in de grond. De nesten zijn in Nederland nog nooit gevonden. Het is een polylectische soort. De enkele Nederlandse waarnemingen van bloembezoek hebben betrekking op gewone rolklaver Lotus comiculatus. Als broedparasieten worden genoemd de tubebij Stelis omatula, de goudwesp Spinolia unicolor en de knotswespSapyga quinquepunctata. |
|
|
|